Alle Kennis van de wereld...

'Google' bestond al in 1934 in een tijd toen er nog geen computers waren. De geestelijke vader was Paul Otlet. Hij heeft hiervoor nooit erkenning gekregen. Sinds de herontdekking van zijn bibliotheek rond 1990 heeft hij dit postuum wel gekregen, zelfs door het huidige Google in 2012.

Paul Otlet (bron: Wikipedia)

 

Paul Marie Ghuislain Otlet (Brussel, 23 augustus 1868 – aldaar, 10 december 1944) was een Belgische bibliograaf, theosoof, pacifist en ondernemer.

Otlet was de pionier van de 'library science': de documentering van de menselijke kennis. Otlet boog zich zijn hele leven over de theoretische, organisatorische en technische aspecten van een belangrijk maatschappelijk probleem: hoe maak je gegevens en kennis toegankelijk voor iedereen? Bestaat er een universeel systeem van classificatie? Alleen al de klassering van alle bestaande boeken in alle talen op fiches van 12 bij 7 cm zou een onmogelijke taak zijn. Hoeveel fiches zou de codificatie van alle gedachten en ideeën van ieder mens dan wel opleveren? Otlet maakte zowel het Mundaneum als de Universele Decimale Classificatie.

 

De laatste jaren is er hernieuwde interesse in het werk van Otlet.

 

Répertoire Universel

Otlet hoopte al op jonge leeftijd alle menselijke kennis in een bibliografisch systeem te vangen. In 1934, lang voor er sprake was van hypertext, maakte Otlet een zoeksysteem dat op mechanische wijze (met wieltjes en haken) de lezers inzicht zou moeten brengen in een mechanische database van miljoenen fichekaarten van 3 bij 5 inch. Otlet wilde zo, door de links tussen alle kennisbronnen en (voor wie wat verder denkt) tussen de mensen, het 'Universele Boek' toegankelijk maken. Hij dacht dat ooit alle kennis op de hele wereld toegankelijk zou zijn via een elektrische telescoop die in combinatie met telefoon een facsimilebeeld zou laten verschijnen op een projectiescherm.

 

In december 1895 werd te Brussel de Conférence Bibliographique Internationale gehouden, waar besloten werd het classificatiesysteem van Dewey te gebruiken. De Union Bibliographique Internationale wordt opgericht, met als organen L'Institut et l'Office Internationaux.

 

Tot het zover was, deed Otlet een poging alle kennis ter wereld te verzamelen, en daartussen 'links' ('des liens') aan te brengen, om een 'grand réseau' te maken. Daarvoor richtte hij in 1895 samen met Henri La Fontaine de Répertoire Bibliographique Universel (RBU) op, een ambitieus project dat een bibliografie wilde maken van alle gedrukte kennis ter wereld.

 

Universele Decimale Classificatie (UDC)

Otlet wist dat de slaagkans van het project zou afhangen van de catalogus. Hij bestudeerde de reeds bestaande ontsluitingssystemen zoals de Decimale Classificatie van Melvil Dewey (in de Library of Congress) en die van het British Museum, en zag dat inhoudelijke ontsluiting (informatie over de inhoud van het boek, door thematische trefwoorden) nog niet bestond.

 

Met de code van Dewey als basis ontwierp hij een nieuw ontsluitingssysteem, dat tot op heden nog steeds in wetenschappelijke bibliotheken gebruikt wordt: de Universele Decimale Classificatie of UDC. Waar generaties filosofen (Francis Bacon, John Wilkins, Carolus Linnaeus) en catalografen als Panizzi, Melvil Dewey en Ranganathan naar gezocht hebben, is door Otlet vergemakkelijkt.

 

Vandaag de dag zijn er meer dan 62.800 'ingangen' in meer dan 30 landen. Er zijn negen grote categorieën die sommige studenten in de bibliotheekwetenschap als volgt memoriseren:

 

"Als de mens zich niet bezighoudt met algemeenheden (categorie 0), denkt hij (al dan niet psychologisch getint) (categorie 1) aan God (categorie 2) of aan de anderen, welke wetten er zijn, hetzij die van de mens (categorie 3), hetzij die van de natuur (indirect van God), al dan niet toegepast door de mens (categorie 5).

Het kan zijn dat hij daardoor ziek wordt (categorie 6). Misschien is het het best dat hij wat geestelijke of lichamelijke ontspanning zoekt (categorie 7 & 8).

Hij besluit uiteindelijk op reis te gaan (categorie 9), maar door geldgebrek blijft dat een reis in de biografieën en geschiedenis (categorie 9)."

Een UDC-code kan vrijwel alles beschrijven (een veter, een mens, tot zelfs het menu van een restaurant) en kan 7 of meer cijfers bevatten.

 

Het Mundaneum

In 1910 creërden Otlet en La Fontaine het Mundaneum, een "stad van het verstand", een model voor een utopische stad voor zijn megacatalogus. In 1919 konden ze, na succesvol lobbyen bij koning Albert I van België, met hun (op dat moment) twaalf miljoen fichekaartjes de hun ter beschikking gestelde kamers betrekken in het Brusselse Jubelpark.

 

Het project was korte tijd succesvol. Mensen konden per post vragen stellen aan de catalogus, en kregen dan per kerende post antwoord - tegen een flinke vergoeding. Maar al gauw werd het project te groots, een reus met lemen voeten, die almaar meer waggelde. De Belgische regering verloor haar vertrouwen in de zaak, en Otlet verhuisde een paar keer, tot hij in 1934 een oud anatomiegebouw van de Vrije Universiteit Brussel betrok.

 

Periode na 1934

Na de Duitse inval in België werd zijn collectie ontruimd voor een tentoonstelling van kunst uit het Derde Rijk. Otlet overleed vlak na de bevrijding van België.

 

Na zijn dood bleef het Mundaneum lange tijd vergeten. In het midden van de jaren negentig ontfermde een groep vrijwilligers zich over Otlets project, en sinds 1996 kan het in Bergen worden bezocht.

 

Nagelaten werk

Otlet vatte zijn ideeën samen in zijn baanbrekend werk Traité de documentation (1934) en in Monde : Essai d'Universalisme (1935). Hij was de centrale figuur in wat destijds de Documentation-beweging heette, de voorloper van de informatiegeneratie van de bibliotheekdocumentatie; een beroepsgroep die nu de term 'information science' of 'library science' gebruikt.

 

Otlet stond aan de wieg van het universeel ontsluiten of toegankelijk maken van informatie, en in die zin ook aan de wieg van hyperlinksystemen. Indirect zou hij een inspirator kunnen zijn van Wikipedia en van het Semantic Web. Zijn werken werden in 1990 herdrukt, onder meer door zijn biograaf Warden Boyd Rayward.

 

In 1998 werd het Mundaneum erkend als het archieven- en informatiecentrum van de Federatie Brussel-Wallonië en overgebracht naar Bergen. In 2012 werd een samenwerking aangekondigd tussen het Mundaneum en Google.

 

De archieven van het Mundaneum werden in juni 2013 ingeschreven op de UNESCO Werelderfgoedlijst voor documenten. Op 8 mei 2014 werd het certificaat van deze inschrijving overhandigd tijdens een plechtigheid in Leuven.